FIETSEN: 10. Ommen-Hellendoorn

Deze dag viel helaas tegen. Het Pieterpad fietsen in de winter is een stuk minder aangenaam dan ‘s zomers. We stopten aan het eind van de zomer met naar het zuiden te fietsen, het leek mij echter het proberen waard dit ook eens begin de winter te doen. Al dagen hangt imageNederland in een sluier van mist met een zicht van soms 2 meter. Ons land krijgt dan iets melancholisch, maar de koude die ermee gepaard gaat zorgt ervoor dat het niet aangenaam wordt. Dit in tegenstelling tot Ierse en Schotse zomermist.

Rond 12.00 uur vertrokken we vanuit Winsum naar Ommen, op het station aldaar zetten we onze fiets en beginnen aan de route. Gek genoeg trekt de mist even op en zien we zowaar zelfs een verwarmend zonnetje. De bedoeling van deze dag is een rit van 35 kilometer naar Holten. Dat zullen we niet halen. Het is te vroeg donker om lang langs de wegen te zwalken.

De Pieterpad wegen gaan niet over een gebaand fietspad, maar vaak over mulle wandelpaden. Stom genoeg neem ik een oude versie van het Pieterpad boekje mee. De auteurs hebben landelijk de route op een flink aantal plaatsen omgegooid. Vlak buiten Ommen maken we dat al snel mee. Sowieso is de wegaanduiding in Overijsel een ergernis. De route is hier geïnstitutionaliseerd. Daardoor nemen overheden met veel geld de amateuristische en maar o zo handige routeaanduiding over. De bomen mogen geen rood-wit vlaggetje meer hebben, de achterkant van verkeersborden, vuilnisbakken en brugrelingen horen er netjes bij te liggen. Het gevolg daarvan is de lelijke aluminium inefficiënte wegwijzer. Deze staat vaak op verkeerde plekken, de grote hoeveelheid pijlen voor diverse routes worden gecombineerd, daardoor is de route-aanduiding onoverzichtelijk.

imageVlak buiten Ommen, langs de es staat een kookboerderij. Voor Pieterpadders die, net als ik, van een verzetje houden is er een enorme doos met eieren buiten gezet. We worden door de eigenaar van het luxueuze optrekje gewaarschuwd voor overstekende scharrelkippen. De temperatuur buiten is niet laag genoeg voor diepvrieskip, dus zien we er geen lopen. Recreantenkost noemt de bedenker van deze eierdoos met gekookte eieren en een pakje zout het geheel. Een kleine gift, op vrijwillige basis kan in de brievenbus voor de weggenomen eieren gedoneerd worden. Ik neem drie eieren die we later langs de Regge opeten. De eieren zijn overheerlijk, biologisch en smaakvol. De kok is een topper, want de koude eieren zijn niet hard, noch zacht. In de tuin ernaast zien we de kleinste B&B van ons land, een vogelnest. Het vogelhuisje ziet er overigens goed opgeruimd uit, breakfast van een topkok moet voor het goede leven zorgen.
Het kronkelige paadje gaat langs diverse schitterende boerderijen, allang niet meer bewoond door agrariërs. Als er nog een boer aan het werk is, dan ziet zijn woning er heel wat minder fraai, soms vervallen uit. De streek waar wij nu rondrijden is geliefd bij langweekend recreanten. Diverse oerlelijke recreatiewoningen bederven het landschappelijke. De mens weet het hier met deze volslagen amorfe panden behoorlijk lelijk te maken. Hof van Overijssel of Hof van Salland heten die terreinen. Gelukkig is die lelijkheid niet overal en valt er nog veel in de omgeving te genieten. Het is begin winter, maar de afvallende bladeren doen op veel plaatsen nog hun uiterste best om mooi te wezen.

imageWe rijden op de Archemerberg, deze berg of beter stuwwal is 77,9 meter hoog. Het uitzicht bovenop is prachtig. Helaas maakt Tineke een vervelende val.
De Archemerberg en de verderop zuidelijk gelegen Lemelerberg zijn ontstaan in voorlaatste ijstijd, het Saalien. Het oprukkende landijs heeft grote hoeveelheden bevroren zand, grind en klei, voornamelijk door rivieren gedeponeerd, voor zich uitgeduwd en als grote schubben dakpansgewijs op elkaar gestapeld. Het door het ijs meegevoerde materiaal, de grondmorene, keileem met veel zwerfstenen uit Scandinavië, kan men langs de rand van de stuwwal vinden. Op veel plaatsen is keileem geërodeerd, waardoor een bestrooiing van stenen is overgebleven. Voor de boeren was dit een zeer vervelende zaak. Ook grote landbouwmachines hebben er rekening mee te houden.

Als we de berg afrijden komen we stuifzandgebieden met Jeneverbesstruiken tegen. Deze zandverstuivingen zijn vooral het gevolg van menselijke activiteiten, zoals branden, kappen, plaggen en steken, waardoor gemakkelijk verstuiving optrad en het zand tot duinen opwaaide. Langs de flanken van de hoge stuwwal is op deze manier een nieuw reliëf ontstaan. In een kuil vinden we een grote steen. Deze is er gekomen door het regenwater dat hier af en toe rijkelijk naar beneden stroomt en de kei niet weet te eroderen. De stuwwal van de Archemerberg is een mooi zichtbaar element uit het glaciale Nederland. Aan de rand van de stuwwal komen we bij “Park 1813” en een pislelijke Nederlandse Leeuw. In 1813 ontstond het moderne Nederland. Aan de tekst op de achterkant van het monument staat ‘Oranjebond van Orde’. “Het park 1813 is in 1913 ter herdenking van Nederlands onafhankelijkheid gesticht door den Oranjebond van Orde op aanstichten van zijn voorzitter Jhr. J. Hora Siccama van de Harkstede”.
Deze rode lelijke leeuw werd met de andere bondsbezittingen in 1923 aan de Nederlandsche Heidemaatschappij geschonken. Ter herinnering aan de stichting van dit park richtte die bond een monument op dat de Nederlandsche Heidemaatschappij in 1934 verving door het thans bestaande. Daartoe in staat gesteld door een legaat van Jhr. J. Hora Siccama van de Harkstede.image

Het monument is niet alleen ergens ter herdenking , maar draagt ook een politieke boodschap uit.
Het zinde in die tijd de hoge heren niet dat het socialisme de wereldheerschappij dreigde over te nemen. Een herinnering aan vaderlandslievendheid en dies meer zij moest het simpele volk in gareel houden.

We rijden verder richting Hellendoorn en komen langs de Regge, hier is weer een rommeltje van richtingbordjes gemaakt. Het is zelfs zo erg dat er bij “Steile oever” twee routes lijken te zijn. Hier kijk je overigens uit op de prachtige Regge. De herfstkleuren maken van dit kleine Overijsselse riviertje een plaatje. Vanaf 1894 heeft men de Regge gekanaliseerd, ter voorkoming van overstromingen. Ruim honderd jaar later wordt een soort natuurlijke verloop van de rivier te herstellen.

Bij “de Steile Oever” bij het plaatsje Nieuwebrug is de Regge door de stuwwal heen gebroken, waardoor de Besthmenerberg en de Archemerberg van elkaar gescheiden werden.

Bij Lemele wordt het donkerder, de lage zon verdwijnt en het wordt koud, heel erg koud zelfs. We rijden over met dikke lagen bladeren bedekte wegen, we voelen er niet voor om in het donker verder te gaan. De korte weg naar Hellendoorn is de enige optie. Ten opzichte van de route uit 2002 is deze Pieterpadroute veranderd, komt bij dat Helledoorn geen openbaarvervoer meer heeft. We rijden dus door naar Nijverdal. Opvallend is het dat niemand in Hellendoorn weet dat het nauwelijks mogelijk is per bus of trein elders te komen. Nijverdal ligt op een stuwwal, het dorp wordt op dit moment doorsneden met wat infrastructurele werken. Lastig om aan de andere kant van het spoor te komen. Na wat vragen blijkt dit voormalige Ten Cate industriestadje twee spoorstations te hebben. We kiezen voor West, van daaruit gaat de trein naar Zwolle. In Zwolle wachten we een half uur in de stationsrestauratie. Daar maken we een vervelende man mee die het bijna op een vechtpartij laat aankomen. Hij weigert de bediening te betalen. Van Zwolle komen we op tijd in Ommen aan. In Ommen nemen we de auto richting AC hotel in Holten. Nou ja in Holten, het hotel ligt aan de A1, buiten het plaatsje. Door dikke flarden mist rijden we eerst over landweggetjes, later over de A1. Het kost een hele tijd alvorens we gevonden hebben waar we naar op zoek waren. We krijgen een mooie kamer en eten ’s avonds in dit wegrestaurant. Jammer is het wel dat de kou ook in de hotelkamer zit.

Foto’s van deze route: klik hier voor de foto’s en hier voor de diashow.

18 november 2011

Flickr Album Gallery Powered By: Weblizar