5. Rolde-Schoonloo

ESLANDSCHAP
De vorige week arriveerde ik nog in een met ijs en sneeuw belegd landschap. Daarvan is een week later niets meer terug te vinden, zelfs de kou is weg.
Met lijn 21 uit Assen brengt Qbuzz mij naar de kerkbrink, het openbaar vervoer is wat het Pieterpad betreft tot nu toe uitstekend te noemen. Uiteraard is het wel verstandig enige planning op de reis toe te passen. De buschauffeur was overigens zeer goed gemutst, ik was de enige passagier en bleef dat tot ik in Rolde uitstapte, de man had zo in elk geval het gevoel dat de rit toch nog voor iemand werd verricht.
06-pieterpad rolde-anderen spoorlijnMidden op de kerkbrink staat een monument, een man houdt een schaal vast met daarop namen van mensen die in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd. De joodse oorlogsslachtoffers die op dit gedenkteken vermeld staan, zijn opgenomen in het ‘Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland’ (link). Op de achtergrond staat de Jacobuskerk. Een kerk die van verre over de essen te zien is, vooral vanaf het Balloërveld is dat indrukwekkend. In vroegere tijden was deze kerk een baken voor reizigers die te voet of te paard naar Rolde kwamen. Zelfs landmeters hebben de toren ook gebruikt als vast punt.
Behalve als geografisch middelpunt voor een groot gebied centraal in Drenthe, was de kerk vooral een godsdienstig en maatschappelijk centrum in een zeer ruime betekenis.
In de achtste eeuw werd in Drenthe het christendom gepredikt, daar net als elders erg veel ‘heidense’ gebruiken en feestdagen zijn gebleven zegt wel iets over de overtuigingskracht van het nieuwe geloof.
Na de Reformatie (1598) werd in deze kerk de eerste vergadering van de protestantse kerkgemeenten in Drenthe gehouden. Die overgang naar het protestantisme werd niet met gejuich begroet, het ledental van de nieuwe gemeente groeide maar langzaam.
De kerk raakte verschillende keren in verval, in 1854 werd een slechte restauratie uitgevoerd. Ook sloop en nieuwbouw werd vaak overwogen. In 1961 kreeg de kerk weer zijn huidige uiterlijk. De kerk wordt door zeer oude grafmonumenten omgeven.
Om te beginnen liggen er twee grote hunebedden, de D17 en D18. Deze werden in 1847 nog gered van dreigende sloop. Ze zijn nu rijks eigendom, mede door de dreigende sloop van deze hunebedden is uiteindelijk het besef van waarde met betrekking tot deze steenbulten ontstaan. Ik passeer de hunebedden terwijl ik loop over het talud van de oude spoorlijn van Assen naar Stadskanaal. De rails zijn verdwenen, wel zie je overal nog het grind liggen dat tussen de bielzen heeft gelegen. Er is meer terug te vinden van de oude spoorlijn, in Rolde staat zelf nog een stationsgebouw en bij de kruising met de Koelandsdijk ligt als verstild monument een stukje achtergebleven spoor. De Spoorlijn Zwolle – Stadskanaal werd tussen 1903 en 1905 geopend.16-pieterpad beek en esdorpenlandschap De spoorlijn maakt deel uit van het netwerk van spoorwegen van Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (N.O.L.) waarmee het noordoosten van Nederland werd ontsloten en Twente met de haven van Delfzijl werd verbonden. Wegens afname goederenvervoer werd de lijn Assen-Stadskanaal onrendabel. Van de N.O.L is alleen het baanvak Zwolle – Emmen nog in gebruik.
Onderweg passeer ik het Andersche diep. Hier is dat een stukje gekanaliseerd Drentsche Aa. Gelukkig heeft men het bij dit deel gelaten, verderop is het dan meanderende water immers veel aantrekkelijker om te zien. Bij de afslag naar Anderen verlaat ik het tracé. Ik passeer daar de N33. Ik krijg een vreemd gevoel als ik verderop een paar (6 stuks) oversteekjes maak. Herstelde natuur noemt men het hier. Zelf heb ik altijd het gevoel dat we onder natuur iets verstaan waar de mens geen invloed of beter gezegd, grip op heeft. De herstelde natuur is overigens wel erg landschappelijk. Ik noem het tuinnatuur. Een voorde is overigens een doorwaadbare plaats. Daarvan is, op de plek waar ik langskom en dat wel als zodanig aangegeven, geen sprake. Een smal bruggetje brengt de wandelaar droog naar de andere kant. Als ik deze “natuur” verlaat kom ik direct in aangelegd bos. Een enorm werkverschaffingsproject uit de crisisjaren. Na de twintiger jaren van de vorige eeuw werden hier de werklozen te werk gesteld om het kale Drentse landschap in een productief geheel om te zetten. Kleine boompjes werden netjes in het landschap neergezet, ze konden later dienen in de Limburgse kolenmijnen als stutbalken. Inmiddels wordt er regelmatig geoogst in het bos. Her en der zie je omgehakte bomen, soms ruikt het er nog naar de hars die de velde bomen lekken. Heel bijzonder is het Sparrenbos. Deze is als natuurcompensatie in de jaren 80 hier neergezet. Ook daar geen fantasierijke aanleg, maar een saaie rechtlijnig geheel. Wel zie je zo langzamerhand her en der wat wildgroei. De natuur laat zich immers niet in mens bepaalde patronen indelen. In de bocht van de weg zie ik een Markesteen liggen. Deze grote kei markeert de grens tussen twee markengronden. Aan de ene kant die van Grolloo en de andere kant is Drouwen. Elke buurschap had een afgebakend grondgebied ter beschikking, de marke. Incidenteel kon een marke ook bestaan uit verscheidene buurschappen. De marke was als onverdeeld grondgebied in gezamenlijk eigendom van de eigenaren van de boerderijen in de buurschap, die er elk een vastgesteld aandeel in hadden. Dit aandeel wordt waardeel genoemd. De hoeveelheid waardelen die iemand bezat bepaalde hoeveel macht hij had in de boermarke. Aan het hoofd van een marke-organisatie stond een markerichter. De inwoners van een marke werden mark(e)genoten genoemd. In het geval dat de landerijen van een marke in handen waren van een Heer, kon deze gebruiksrechten verlenen aan de gebruikers, hetgeen markerecht of markekeure werd genoemd.

Na de provinciale weg tussen Rolde en Schoonloo te zijn gepasseerd betreed ik het Meindersveen, een uitgestrekt natuurgebied. Het landgoed Meindersveen werd in het begin van de 20e eeuw gekocht door de Veendammer industrieel Engbert Jurjen Duintjer Hzn. Hij verwierf het gebied, waarvan hij de jachtrechten bezat, in fasen. Het landgoed zou tot 2008 in het bezit van de familie Duintjer blijven. Daarna werd het verkocht aan Staatsbosbeheer. Het terrein met bossen en heideveldjes bevat ook enkele vennen, waaronder de Rondeplas, het Hoefijzer en het Eendenwater. Het is kaal en leeg, de gronden zijn bruin en droog. Weinig veen. Ik kom wel twee dames van middelbare leeftijd tegen. Pieterpadsters uit de omgeving van Alkmaar. Zij blijven in het veen lunchen. Ik loop stevig door, het veen uit en over een kale weg richting Schoonloo. Nog even passeer ik een bijzonder bosje.

Het ligt tegen Schoonloo aan. Dit strubbenbos diende ooit als gebruikshout. Het zijn vooral eiken boompjes die er groeien. Eik waarmee (met uit het schors gewonnen materiaal) het leer werd gelooid. Café Hegeman is het eindpunt van de route. In dit café drink ik geen koffie, de bus brengt mij immers snel na aankomst bij het eindpunt al weer naar Assen en vervolgens thuis.

18,6 km, 18 februari 2012

Flickr Album Gallery Powered By: Weblizar

LInks: