6. Schoonloo-Sleen

STIL
38-pieterpad oranjekanaalIn Schoonloo stap ik op de rotonde uit. In het bushokje zoek ik mijn spullen rustig uit, café Hegeman is dicht, maar het doorgebroken winterzonnetje is in dit bushokje aangenaam te noemen. In de verte ontwaar ik een smerig reclamebord. Bij nadere inspectie blijkt dat reclame te zijn voor Ola ijs. Alhoewel de koude periode voorbij is, ligt er in het bos nog een heleboel Ola in de sloten, bossmaak zal ik maar zeggen. De grote kei in het midden van het dorp is een flink exemplaar. De rechtop geplaatste kei van graniet is deels verweerd, maar de kleur is bruingrijs. Deze kleur wordt veroorzaakt door het hoofdbestanddeel van graniet, kaliveldspaat. De steen bevat grotere ‘pitten’ van roodachtig-oranje kaliveldspaat. Het is waarschijnlijk een gidsgesteente, een blok graniet uit Zuid-Zweden. De Trekkerskei weegt ruim 25.000 kg en werd in 1966 bij ruilverkavelings-werkzaamheden gevonden. Nabij een boerderij, die volgens de muurankers al in 1650 hier werd neergezet, gaat het pad richting Schoonloërveld.

Vroeger was dit een kale vlakte met hei en esgronden. Ruig en onherbergzaam is het gebied al lang niet meer. Aan het begin van de vorige eeuw is men de keileem gaan breken en heeft men er bos op gezet. Die productiebossen worden nog steeds als zodanig gebruikt; toch staan de bomen niet meer kaarsrecht in lange rijen naast elkaar, er schijnt ook bewust verrommeling te zijn. Aan het einde van een kaarsrecht bospad sla ik rechtsaf en kom bij de Flintenbank. Met de keien uit Drentse bodem heeft men hier in 1923 een bank gemaakt. Flintenbank komt van de keien die men flinten noemt en overal in de ondergrond gevonden werden. Aan de andere kant van de N375 ligt nog een flintenweg. Deze is deels kapot gereden door de zware machines die over de weg rijden om het hout op te halen. Verderop, bij de Tweelingen, sta ik ineens oog in oog met een hert. Het beest schrikt net zo hard van mij als ik van hem. Hij springt haastig weg, mij achterlatend. Het wordt inmiddels behoorlijk warm, te dik aangekleed merk ik. Met alleen een T-shirt onder mijn jas vervolg ik mijn weg tot ik bij Ellertsveld kom. Ik ben dan nog steeds in de boswachtrij van Schoonloo. Op het Orvelter veld raak ik de weg kwijt, bij een eerdere gang in deze buurt gebeurde dat ook al. In elk geval loop ik een flink eind de verkeerde richting op alvorens de fout opvalt. Via een fietspad en later zelfs dwars door het bos zie ik op een gegeven moment toch weer het Pieterpad merkteken op een boom. Inmiddels loop ik door het Heerenkamp en passeer ik bij het wildrooster een kudde Galloways.

Deze beesten hebben weinig zorg nodig en zijn niet agressief, vaak worden ze ingezet om weilanden te begrazen en te bemesten. Een Galloway is hoornloos, al zie ik verderop een aantal runderen met lange hoorns. Dit zwart behaarde runderras komt oorspronkelijk uit Schotland. De mest trekt weidevogels aan zoals de kievit en de scholekster.

Als ik aan de linkerkant van het pad een vreemde hut zie en verderop nog wat houtgeknutsel ontdek ik dat ik in de boskunst ben terecht gekomen. Gezien de staat waarin alles verkeert is het ook nog eens vergankelijke kunst. Ik ben beland in de wandeling “GrensLand”, waarvoor ruim 150 kunstenaars hun voorstellen inleverden. De kunstenaars lieten zich inspireren door het menselijk gedrag bij het verkennen van grenzen en vaststellen van grenzen. De organisatie die beelden in het bos laat zetten wil ruimtelijke installaties en structuren, die zelf onder de vergankelijke condities als een openbaar toegankelijk bos en, invloeden van de natuur, minimaal zeven maanden laten overleven. Ik zie dat zelfs structuren van vorig jaar er nog steeds zijn. Mij treft een berkenhouten bouwsel van Jacob Joachim uit Duitsland het meest. Geen idee wat het voorstelt, het is gewoon mooi.

Het Pieterpad gaat niet door Schoonoord, maar passeert het nabij Oranjekanaal. Schoonoord is gesticht door de kanaalgravers van weleer. Het 48 km lange kanaal werd tussen 1853 en 1861 aangelegd ter ontsluiting van het veengebied ten westen van Odoorn en de Bargervenen, ten oosten van Emmen. Ook de bij het graven gevonden zwerfkeien kon men verhandelen om de kosten te dekken. Aanvankelijk zou het kanaal het Middenkanaal genoemd worden, maar ter ere van koning Willem III werd de naam van het kanaal, met instemming van het hof, gewijzigd in Oranjekanaal. Helaas zijn de plannen van de oprichters niet of nauwelijks gerealiseerd. Met de keien kon weinig verdiend worden en de turfwinning werd geen succes vanwege afwateringsproblemen. Nog in 1923 werd het kanaal als een project in het kader van de werkverschaffing verbreed en uitgediept, maar ook in de jaren daarna bleef het kanaal onrendabel. In 1976 werd het kanaal onttrokken aan het scheepvaart-verkeer; nu zijn er weer plannen om het bevaarbaar te maken voor de pleziervaart. De betekenis van het kanaal voor de flora en fauna van het gebied is door de rust zeer waardevol. Na een paar honderd meter naast het kanaal te hebben gelopen duik ik de bossen van Sleenerzand in.

Weer een paar kilometer verderop zie ik langs het wandelpad enorme mierennesten. Soms een meter hoog. Ook in de winter krioelt het er van de zwart/rode bosmieren. Bosmieren wonen in een mierenhoop. De buitenste laag bestaat uit dennennaalden. In de bodem hebben de mieren gangen en kamers gemaakt. Daarin zorgen de werkmieren voor de bouw en de verdediging van het nest, het zoeken van voedsel en het verzorgen van de eieren en larven. De mannetjesmieren hebben als enige taak dat ze de koningin moeten bevruchten. 55-pieterpad monumentPas daarna kan de koningin in de loop der jaren haar tienduizenden bevruchte eieren leggen. Bosmieren jagen vooral op rupsen, naast dit dierlijk voedsel verzamelen de mieren ook allerlei bessen. Bosmieren ruimen ook ongedierte en dode dieren op. Er bestaan twee soorten rode bosmieren: de Kale rode bosmier (Formica polyctena) en de Behaarde rode bosmier (Formica rufa). Rode bosmieren maken grote mierenhopen van dennennaalden en ander organisch materiaal. Eén Rode bosmierennest kan uit 700.000 werksters bestaan. Het nestmateriaal en voedsel wordt in een kring van 200 meter om het nest verzameld. Een middelgroot bosmierenvolk doodt jaarlijks gemiddeld zo’n 8 miljoen insecten.

Verderop in de boswachterij komen we bij het Pieterpad-monument. Het monument is er neergezet ter ere van Toos Goorhuis-Tjalsma. Bertje Jens onthulde dit monument op 95-jarige leeftijd. Toos en Bertje zijn samen de bedenksters van het Pieterpad. De wandelvriendinnen woonden in Tilburg en Groningen. Zij bedachten het pad in 1978 terwijl zij van de woonplaats van Bertje, Groningen, naar Tilburg, de woonplaats van Toos, liepen. Ze ondernamen deze wandeling om “ook eens in Nederland te wandelen”. Beiden waren ervaren wandelaars, die meestal in het buitenland wandelden, omdat er toen in Nederland geen langeafstandswandelpaden bestonden. Omdat deze er niet waren, besloten ze hun route te beschrijven, “zodat de kinderen het nog eens na konden lopen”.
Al lopende bedachten ze het concept van het Pieterpad, om van Pieterburen in het uiterste Noorden naar de Sint Pietersberg in het uiterste Zuiden te lopen. Toos wordt in het algemeen als dé bedenker van het pad gezien, omdat zij de route uitstippelde, maar zoals dat met vrienden gaat, je doet het samen.

Iets verder, ik laat het namaak hunebed de “Papeloze kerk”, links liggen loop ik tegen een Galgenberg aan. Deze Galgenberg werd opgegraven in 1933 en 1938 door professor A.E. van Giffen. We zien een “Drieperiodenheuvel” met achtereenvolgens een ringsloot en twee paalkransen. In het deels vergraven tweede hoofdgraf vond men een rijke, vermoedelijk niet complete inventaris uit de Midden-Bronstijd (stamhoofd van Sleen). Als bijzettingen waren er ook een vijftal schachtgraven met enkele urnen.

Iets later zie ik weer een monument. Een Engelse bommenwerper stortte hier in 1943 neer. De 7 omgekomen piloten liggen begraven op het kerkhof in Sleen. Bijzonder is de in het monument verwerkte aluminium vleugel.

Als ik uiteindelijk de boswachtrij van Sleen verlaat loop ik door kale velden en zie vanuit de verte de toren van de kerk in Sleen. Sleen is een mooi, maar stil dorp. De eerste 100 km heb ik er nu opzitten.

26 km,  23 februari 2012

Flickr Album Gallery Powered By: Weblizar

Links: