Tag Archives: Doetinchem-Zelhem

Route 15 Doetinchem-Hoog Elten

Rond half negen kwamen Herman en Baukje ons ophalen om gezamenlijk richting Achterhoek te rijden.
Deze streek gelegen tussen Vorden en Doetinchem is o.a. gekenmerkt door een slechte ontsluiting. Het zal echter wel aan de gezelligheid of het hoge tempo hebben gelegen waardoor we weinig van deze rit merkten. Mevrouw TomTom bracht ons van Groningen via Zwolle en Apeldoorn uiteindelijk in het Gelderse Doetinchem. Nabij Apeldoorn lieten we deze mevrouw even alleen in de auto om zonder haar zoetgevooisde stem te kunnen pauzeren in een AC restaurant.
Onder het genot van een Cappuccino besloten we eerst naar Hotel Vink in Elten te rijden om daar onze spullen in de hotelkamer neer te zetten. Een verstandige beslissing bleek achteraf omdat na afloop van de Pieterpadroute Tineke en Baukje zich eerst konden verfrissen terwijl Herman en ik de fietstocht terug naar Doetinchem ondernamen. Richting Elten rijdende was er enige verwarring daar we alleen vergeten waren de straat waar Gaststätte Vink was gelegen op te schrijven. Dankzij Tineke haar geheugen borrelde langzamerhand de naam Lobitherstrasse op.

Ruim na het middaguur, net toen de zon zijn hoogste stand bereikte en er van de beloofde regen geen drup te zien viel, startten wij in het zicht van het Gemeentehuis te Doetinchem deze 15e etappe. Ook dit derde bezoekje aan de Achterhoekse hoofdstad kon mij andermaal niet bekoren. De prachtige en zonnige dag (24 graden) geeft je het gevoel dat het overal in Nederland mooi was, dus viel Doetinchem nog wel mee.
Achter elkaar liepen we via de Walmolen, gelegen op de laatste restanten van de stadsmuur, over de brug van de oude IJssel het stadje uit. De eerste buitenwijk van Doetinchem (Dichterswijk) zag eruit als iedere willekeurige buitenwijk van Nederland. Aan het eind van de Dichterseweg die deze wijk doorkruist troffen we een eerste fietsobstakel aan. Steile trappen voeren ons door een tunneltje onder de spoorlijn naar Arnhem. Vanaf deze plek nam de woondichtheid af. Rept het Pieterpadboekje voornamelijk over natuur, landschapjes en bedreigde vlinders, het onderdeel pislelijke stedelijke wanbebouwing mis ik. Vlak buiten het Doetinchemse begaven wij ons langs de m.i. lelijkste meubelboulevard van heel Nederland. Een grootstedelijk element, waarvan de pijnscheuten achter mijn oogkassen nog lange tijd naweeën.
Het was echter het laatste moment dat ik tandenknarsend door dit deel van Nederland liep, want vlak na de snelweg naar Arnhem (zijn snelwegen nou lelijk of mooi? Ik mag er graag naar kijken, dus spannend zijn ze in ieder geval) begint het schitterende de Liemens.
Liemens en het verderop gelegen Montfertland zijn, een schitterend stukjes Nederland, welke echter soms door niet al te Nederlandse elementen wordt ontsierd. Denk maar aan “Landal Greenpark” met de naam Palestra. Het enige sympathieke van dit park was echter het verbod op honden.
De Liemens behoorde ooit Duitsland toe, maar tijdens het congres van Wenen heeft naar alle waarschijnlijkheid een diep in het glaasje gekeken magistraat bepaald dat deze streek een deel van ons Koninkrijk zou worden. In tegenstelling tot de schrijvers van het Pieterpadboekje, die idyllisch over een mooie streek met een eigen taal spreken, welke voorbij de Oude IJssel zou beginnen, begon voor mij het mooie gedeelte voorbij het recreatiepark.
Vanaf hier stijgt de weg langzaam zien we een bordje Montfertland, we naderen de eerste stuwwallen. In het bos treffen we overal grind aan welke tijdens het Salien (150.00 duizend jaar geleden) door enorme ijsmassa’s is neergelegd. Vlak voor de enorme ijslobben moet hier ooit de Rijn hebben gestroomd, die diverse soorten sedimenten als bv. dit grind kwistig rondgestrooide.
Al heb je snel de indruk in een oerbos te lopen, dat is echter schijn. De vele naaldbomen zijn ooit als productiehout gepland en worden in het kader van landschapverheerlijking vervangen door loof. Door het heuvelige karakter en de vele varens is het schitterend. Overal zie je kleine bordjes met ATB-fietsroute erop, de zanderige en stijgende fietspaden zijn echter niet geschikt voor stadsfietsen als die van Tineke. Na dit weekend heeft ze zich dan ook voorgenomen onmiddellijk over te stappen op een sportiever model welke eerder geschikt is voor landelijke weggetjes als die door het Bergherbos.
Herman en ik moesten menigmaal als renpaarden haar de stuwwallen opduwen en regelmatig was het nodig dat ze hele stukken zelf ging lopen. Teveel zand, grote boomstronken en steile afdalingen belemmerden het onbeperkt fietsen.
Opvallend was dat bovenop de stuwwal naaldbomen de top bedekten, terwijl onderaan de loofbomen in grotere aantallen te zien waren.
Nog voor de Eltenseweg komen we een hardloopgroepje uit het plaatsje Stokkum tegen.
O.l.v. trainer Aart liep dit groepje een deel van het Pieterpad. Na een groepsfoto en de belofte op de website www.kika.nl iets van ons te laten horen vervolgden wij onze weg om weldra in Duitsland aan te komen. Een viaduct over de Eltenseweg, verboden voor gemotoriseerd verkeer, is voor fietser en voetganger eenvoudig over te steken. Drie grote witte stippen geven hier evenals het bordje “Dienstweg”de grens aan. Vlak na het gehucht Rietbroek komen we in de omgeving van de Eltenerweg met veel bos en een stijging, waarbij Herman het weet te presteren om aan de verkeerde kant van een ravijn uit te komen. Verrassend is het laatste hoekje; nadat je deze omgegaan bent bevind je je ineens achter de Eltense St. Vitus Stiftskerk. Achter deze kerk is het mogelijk naar het uitzicht punt over het Rijndal te lopen. Dit is zeer zeker de moeite waard, wetende dat hier in de diepte, het vervolg van de Pieterpadroute ligt. Tussen dit punt en de Nederlandse grens mocht tot 1963 geen huis gebouwd worden, naar verluid leefde toen de gehele Eltense bevolking van de smokkel. Wellicht dat o.a. de naam Boterweg uit die periode stamt. Het zou mij ook niet verbazen als de Nederlandse annexatie van 1949-1963 alles te maken had met het tegengaan van smokkel. Vlak bij de kerk stond een bordje Drususbrunnen. Het was mogelijk deze bron te bezoeken, al was het maar omdat de naam Drusus (Romeinse keizer) zo imponeerde. Een aardige, dikbuikige, bewaker gaf aan dat hij geen bronwater, doch gerstenat in zijn handen had. De toeziener bleek niet een typische Duitser, maar eerder een heuse Arnhems met Duitse achtergrond te zijn. In het kort kwam het er op neer dat de put 57 meter diep is en ten behoeve van een Eltense graaf gegraven was. De aloude Drusus had niets met deze bron van doen. Hoewel de naam “Drususbrunnen” doet vermoeden dat de put gegraven is door de Romeinse veldheer Drusus, dateert het metselwerk uit de Karolingische tijd (de achtste tot tiende eeuw na Christus).
De Romeinen zullen ongetwijfeld van de strategische ligging gebruik gemaakt hebben, maar de put werd waarschijnlijk gegraven toen graaf Wichman in 963 hier een klooster stichtte ter ere van de heilige Vitus. De Romeinse sarcofaag op de bron is echter een raadsel, niemand weet waar die vandaan komt en wie die heeft geplaatst (tja weer een misser van het groene boekje). De gids gooide een bak water naar beneden welke pas na lange tijd hoorbaar in de diepte viel. De put was in 1945 na hevige gevechten tussen Canadezen en Duitsers nog enige maanden voor de plaatselijke bevolking gebruikt. Hiervan getuigden diverse diepe insneden aan de rand van de put. Stom genoeg ben ik vergeten in de put te schreeuwen. Een spuugje van Tineke heeft echter het wateroppervlak wel geraakt.
Na een laatste steile afdaling verlaten we deze laatste stuwwal en komen we in het Rijndal waar het lager geleden gedeelte van Elten ligt. Een bloedlink viaductje moeten we nog onderdoor om daar de etappe van het Pieterpad te beëindigen.

brug.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-15-doetinchem-hoogelten.kml

Datum 8 juli 2006
Gelopen tijd 3 uur 33 min
Snelheid 7,6 km/u
Afstand

19,9 km

Route 14 Vorden Doetinchem

Het Pieterpad-gedeelte van Vorden naar Doetinchem leek mij niet echt aantrekkelijk. Doetinchem ken ik maar amper, is gelegen in de Achterhoek, (ken ik ook amper) en dan ook nog eens beroerd bereikbaar. Kortom, op voorhand had ik niets met dit traject.
Een ander nadeel bleek de warmte; het KNMI voorspelde 27 graden, maar uiteindelijk werden het er zelfs 31. Ook het Pieterpadboekje deel II gaf mij enigszins stof tot nadenken. Als een route zo wordt geprezen in een boekje dan moet er wel iets loos zijn.
Daar we redelijk laat aankwamen in Vorden besloten we alsnog te vertrekken vanuit dit prachtige plekje. Oorspronkelijk waren we van plan geweest de auto in Doetinchem te zetten en de fiets in Vorden. Met de bus naar Vorden en dan richting Doetinchem leek de meest aangename oplossing. We vertrokken dus direct vanuit kasteel Vorden. Eerst zocht ik nog een plaquette ter herinnering aan Toos Goorhuis en Bertje Jens, de bedenksters van dit Pieterpad op. De plaquette ligt op de oprijlaan naar het kasteel. Daar bruiloftsgasten het belendende restaurant in bezit hadden genomen, restte ons enkel nog een spoedig vertrek.
De oorspronkelijke route begint bij het station, dat heb ik echter niet gedaan, omdat wij de vorige keer op het terrein van het kasteel waren gestopt. Het eerste deel tot aan het gehucht Linde liep het lekker eenvoudig. Wel had ik al snel last van de warmte, de ruim 28-29 graden brandden op mijn hoofd. Bij ons startpunt bedacht ik me wel dat er veel te drinken mee moest, maar hield me relatief nog in. Later zou ik dat bezuren en moest er nog cola en water worden bijgetankt. Op warme dagen is drinken voor de hardloper een must.
De Achterhoek is hier een dun bevolkt deel van ons land, jammer genoeg ook een saai deel. Een deel dat blijkens het Pieterpadboekje in ruim 150 jaar nog steeds niet veel is veranderd. Het is dit deel van Nederland waar boerderijen zeer geïsoleerd lagen. Op deze boerderijen woonden hele gezinnen van alle generaties. De huizen langs de route waren allen zeer fantasieloos en nauwelijks inspirerend. Kortom een saai deel als je de kastelen en burchten weg zou laten en helemaal verstoken van hoogtepunten. Een ander dieptepunt was de geringe, soms vage markering van de route. Enige keren liep ik dan ook verkeerd. Na door het gehucht Linde te zijn gelopen misten we een afslag en liepen zo door over de Lindeseweg. Dankzij handig manoeuvreren van Tineke vonden we zonder al te veel omwegen weer het Pieterpad. De omweg viel nogal mee, al had ik het idee dat we in een rondje liepen. Van hier langs diverse landelijke en beboste delen op naar het plaatsje Varssel. Een onvoorstelbaar klein gehucht. Op een gegeven moment kun je daar drie van de vier borden zien die je aankondigen dat je in Varssel bent. Na Varssel loop je op het landgoed ’t Zand. Heel aardig, vooral als je weet dat hier stuifdijken liggen, dat zijn door de mens gemaakt verhogingen om de uitbreiding van zandverstuivingen tegen te gaan. Deze dijken zijn blijven bestaan en maken het gebied dan ook aantrekkelijker. Ook het feit dat de Pieterpadmakers de route langs diverse boerderijen lieten lopen zorgt voor een hogere attractiewaarde. Een keer verdwaalden we op een erf, we liepen rechtstreeks de mestbult op, terwijl we tussen twee schuren onze weg hadden moeten volgen. Na het laatste flesje vocht kwamen we in Zelhem. Zelhem is een esdorp. Esdorpen staan op zandgronden die vanaf deze plek niet meer in die mate zullen opdoemen. Bij Kruidvat kocht ik een flesje cola en lopende langs een “Oranje café vervolgde ik mijn weg. Om kijkend naar de skyline van Zelhem zag ik een treurige buitenwijk. Het aanblik van dit dorp is door witte schimmel van lelijke nieuwbouw verknoeid. Op wat eens een prachtige Enk zou zijn geweest stond nu een nieuwbouwwijk zoals je die overal in Nederland aantreft. De temperatuur nam al maar toe, en vanaf Zelhem was het laatste deel van de tocht zeker geen pretje. Het mooie was verdwenen, geen verkoelende bossen meer, maar nog wel langzaam kruipende kilometers. Ook Tineke had het niet gemakkelijk, door de droogte waren veel zandpaden nauwelijks begaanbaar voor de fiets. In Doetichem aangekomen bleek ik nog een heel stuk door een vreselijk saaie buitenwijk te moeten lopen. De laatste twee kilometer was de puf er dan ook geheel uit. Ik ging wandelen en kon niet meer op stoom komen. Verdroogd en verdwaasd kwam ik in het centrum aan. Direct maar naar het station en de bus was de bedoeling. Daardoor liep ik voorbij aan de opstaphalte nabij het gemeentehuis (daar trouwde broer Frank ooit eens).
Na bijna 3 ½ uur lopen zette ik mijn Garmin stil. De tocht zat erop en dat was m.i. voldoende. Na een paar glazen cola op een terrasje van een Lunchroom liepen we voorzichtig naar de bushalte. De bus van 17.33 kwam weliswaar te laat, echter de zeer vriendelijk buschauffeur vond het geen probleem om ook de fiets van Tineke mee te nemen naar Vorden.
In Vorden bleek het restaurant naast het kasteel gesloten te zijn. Jammer dan, maar in het plaatsje zelf stond een enorm aantrekkelijke bistro met overheerlijke aardbeien sorbets.
Al met al een lange en warme etappe zonder hoogtepunten. De interessantste stukken liggen tussen Vorden en Zelhem.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-14-vorden-doetinchem.kml

Datum 10 juni 2006
Gelopen tijd 3 uur 39 min
Snelheid 8,1 km/u
Afstand

26,1 km