Category Archives: Hardlopen

Route 12 Holten Laren

13 mei 2006

Vanuit het hotel zit je nagenoeg direct op de route. We logeren ongeveer twee kilometer van het startpunt in Holten. Deze begint volgens het Pieterpadboekje op het station. Eerst dus nog de laatste restanten stuwwal aflopen. Stuwwallen in deze omgeving zijn ruim 150.000 jaar geleden ontstaan. Dit kwam doordat de toenmalige ijskap in de ondergrond een harde ondoorlatende laag tegenkwam. Hierdoor ontstond er aan de voorkant van het ijs weerstand. De ijskap schuurde zich aan de onderkant dieper in en drukt aan de voorkant zandlagen omhoog tot een hoge rug (stuwwal). Hotel het Lösse Hoes staat bovenop een stuwwal.
Tineke fietste over het pad naar beneden en ik vervolgde mijn weg via het zandpad ernaast. Van de beloofde weekendtoeristen zie ik nog geen spoor. Die zullen ongetwijfeld wel komen. Ook vanochtend is het weer subliem, zonnig en windstil. Aan het einde van de beukenlaan houdt het bos op, dit is tevens het einde van de Sallandse heuvelrug. Een merkwaardig verpakte boom bevindt zich achter een informatiebord, waarop staat dat de Sallandse heuvelrug hier begon. Een mooi paadje brengt me spoedig richting stationnetje, de trein richting Deventer dendert er net met volle vaart langs. Ik zit wel eens in treinen en ik vraag me dan af wat mensen die daar langs de spoorlijn lopen toch bezielt. Nu ik daar zelf loop weet ik het, genieten van de zon en van Nederland.
Bij het stationnetje passeert een man met kruiwagen moeizaam een hek, iets later til ik ook nog eens de fiets van Tineke over dat hek. We lopen daarna het perron op. Ook hier de troosteloze aanblik van een kaartjesautomaat met een leeg station. Stations in Nederland zijn ontegenzeggelijk lelijker geworden sinds de kaartjesautomaat zijn intrede deed.
De Stationsstraat aflopend laat ik het centrum links liggen. Ook kom ik een aantal romantische dorpsnamen tegen als:” Dorpsstraat, Pastorieweg en de Larenseweg. Het ziet er naar uit alsof dit het dorp van Swiebertje en de burgemeester is. Vlak buiten Holten passeer ik een in volle bloei zijnd koolzaadveld.
Na dit veld laat ik Holten achter mij, enig heen en weer lopen (ook nog verkeerd, en me ergerend aan het vernielgedrag van een paar padvindertjes) brengt me op de Menumse weg. Daarna naar het asfalt, het Pieterpadboekje verontschuldigt zich, de asfaltweg moeten we aflopen, omdat de mooie zandweggetjes door de A1 worden doorsneden. Bij Aalpol moeten we over deze weg heen. Na de snelweg te zijn gepasseerd slaan we bij een schitterende boerderij af. We lopen zo rechtstreeks tegen de Schipbeek aan. Het kanaal “de Schipbeek” vormt de zuidgrens van Salland. In het oosten heeft de Schipbeek een verbinding met het Twentekanaal. De Schipbeek mondt uit in de IJssel. De beek had in de 17e eeuw een belangrijke functie voor houttransport. Hoger stroomopwaarts was de beek vaak niet bevaarbaar. In latere tijden werd de Schipbeek gebruikt voor het vervoer van textiel vanuit Twente naar blekerijen in Haarlem. In de loop van de tweede helft van de 19e eeuw werd de scheepvaart over de Schipbeek als gevolg van de opkomst van vervoer over weg en spoor steeds kleinschaliger.
Onderweg kom ik langs de beek Pieterpadlopers en een trainende hondengroep tegen. Hoewel de honden smakelijk naar mijn kuiten kijken, zijn ze zeer goed getraind en laten mij met rust. hierna belanden we in een prachtige beukenlaan langs de beek. Na de beek te zijn overgestoken komen we langs de Stobbe, een Edelhertenkwekerij. Hier klom ik een uitkijkpostje op waardoor ik vanuit de hoogte een panorama-fotootje kon maken van de lichtglooiende akkers. Ik begroet daar ook enige oudere Pieterpadlopers, die vele lol hebben over het feit dat ik het pad rennend wil doen.
Vanaf Drost is de route eenvoudig, overal zie je de zendmast van Markelo en is de weg een rechte streep, zand, gras en kiezels maken het gaan over die weg niet al te eenvoudig. Het is warm, zodat ik besluit met een ontbloot bovenlijf verder te lopen.
Na enige tijd arriveer ik bij Landgoed Verwolde. Bij een vijfsprong even een banaan nuttigen en wat drinken. De eerste 10 km zitten erop. Het laatste deel wordt spannend. Ik wijk af van de gebaande wegen en volg de bordjes naar de Dikke Boom. Die is verder dan vermoed. Deze boom is met zijn omvang van 7.5 meter de dikste eik (zegt men) van Nederland. De ligging is schitterend dus daar maar even zitten. Het hele bos rondom de Dikke Boom behoort het landgoed Verwolde toe. In dit bos staan dan ook bijzondere bomen, al dan niet met een begeleidend bordje aangegeven.
Inmiddels telt mijn teller al 17,5 km. Veel meer dan de verwachtte 15 uit het boekje. Het is dan ook niet jammer als ik uiteindelijk via een tunneltje Laren binnenloop. De tocht eindigt daar bij een kerk. Deze kerk ligt aan de Pastorielaan, bij de Dorpsstraat vlak voor de Larenseweg. Ook hier waart de geest van televisieserie Swiebertje.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-12-holten-laren.kml

Datum 13 mei 2006
Gelopen tijd 2 uur 23 min
Snelheid 8,6  km/u
Afstand

15 km

Route 11 Hellendoorn Holten

12 mei 2006

De hei en nog eens de hei, deze route is prachtig. Een beetje droogjes staat in het wandelboekje van route 1 dat er hier en daar een leuk panorama is. Echter de stuwwallen zijn op een warme lenteavond zo mooi, dat de droge beschrijving jammerlijk is.
Op school afscheid van een collega te hebben genomen kwam Tineke mij ophalen in Haren; we zetten de auto bij het Mercure Hotel en reden richting Hellendoorn. Daar er geen tijd meer was om te gaan eten kochten we onderweg nog enige zaken. Vooral de enorme emmer fruit oogde erg lekker. In Hellendoorn kwamen we tot de conclusie dat de weg slecht te fietsen zou zijn, het gevolg was dat Tineke met de auto naar ’t Lösse Hoes reed en mij mogelijk tegemoet zou fietsen.
Na mij onder het toeziende oog van Johanna van Duren te hebben omgekleed liep ik voorzichtig richting pretpark. (een mooie omgeving, te mooi voor zo’n schreeuwerige kermis).
Vlak voor de ingang van het dagjestoerisme-paradijs de weg over en het bos in. Al heel snel zie ik een te koop zijnde bouwsel, t Heidje.
De Hellendoornsebergweg iets verder afgaande sla ik het bos in. Een schitterend zandpad op. Direct al zie ik langs de weg enige uitgravingen. Daar is te zien dat de grijze A en B horizonten van de zandheuvels bij Hellendoorn ook restanten van de ijstijden bevatten. Dit 150.000 jaar gelden opgetreden verschijnsel heeft veel grint achter gelaten.
Een lelijke doorsnijding van de spoorlijn van Zwolle naar Almelo doorbreekt de idylle van het bos. Het is zelfs niet duidelijk hoe te lopen, rechtdoor dan maar. Eerst kom ik over de Noetselerberg, nauwelijks 40 meter hoog, maar met een schitterend vergezicht. De hei staat er schitterend bij. Veel bomen, dat wel, maar om de arme gronden de schoonheid van weleer te geven verwijdert Staatsbosbeheer jaarlijks heel wat struiken en jonge bomen. Over de hei lopen is fantastisch. Het is er windstil, geen mens te zien. Wel een lange weg. Onderweg verneem ik via een bordje dat ik nog 297 km te gaan heb alvorens op de Pietersberg aan te komen. Niet lang daarna begint het Sallandse Heuvellandschap. Door schitterende vergezichten ren ik langs dennenlanen, sparrenbossen. Van de waarschuwing uit het Pieterpadboekje, waarin wordt gesproken over bumper aan bumper rijdende toeristen is weinig te merken, ik loop nagenoeg alleen. Pas 4 km voor het eindpunt ontmoet ik Tineke weer. Zij zit op het hoogste punt van de Holterberg. Hoe ze daar is gekomen weet ze zelf ook niet. Na een banaan en wat drinken ren ik naar beneden. Een andere loper gaat mij voor. Heel wat sneller, maar dat is niet zo gek, ik moet almaar uitkijken om niet te struikelen. Het laatste stuk gaat over de Oude Hellendoornseweg, een schitterende beukenlaan. Mij storend aan weer een bouwsel in het bos blijkt dat om een bouwlocatie te gaan voor hotel ’t Lösse Hoes. Daar komen wij te slapen in het huisje, Vijverberg.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-11-hellendoorn-holten.kml

Datum 12 mei 2006
Gelopen tijd 1 uur 13 min
Snelheid 8,9 km/u
Afstand

15 km

Route 10 Ommen Hellendoorn

14 april 2006

De route Ommen Hellendoorn zal dit keer drie echte Nederlandse “bergen” passeren: de Archemerberg van wel 75 m hoog en de Lemelerberg van maar liefst 50 m hoog en de Helenmdoornse berg. Volgens het Pieterpadboekje ook nog eens veel bos en hei, kortom een schitterende ondergrond voor hardlopers.
’s Ochtends vetrok ik reeds vroeg vanuit Winsum om rond 9 uur mijn fiets te stallen bij een plaatselijk restaurant op het dorpsplein in Hellendoorn.
Iets over negenen kon ik vanuit Ommen aan de loop beginnen.
Nauwelijks over het spoor liep ik al onmiddellijk verkeerd. Het valt ook niet mee al hardlopende de route goed te lezen. Langs een van de mooiere stukken van deze route, je kijkt uit op glooiende heuvels in het Overijssels landschap, duik je na enige tijd in de buurt van het gehucht Besthem de bossen in langs de Besthmenerberg.
Een lang zandpad brengt je op een gegeven moment aan de oever van de Regge om daar weer via een zandweg de route te vervolgen.
Dan duik je ineens de Sallandse Boswachterij binnen, een prachtig wandelgebied. Nog niet aangetast door de lente en geheel toeristenvrij (ook geen Pieterpadders gezien) loop ik de Archemerberg op. Deze hardlopend te beklimmen valt niet mee. Er is geen sprake van vals plat maar van een flinke stijging.
De Archemerberg wordt omringd door heidevelden en bovenop staan een vierkant stuk beton met vaag uitgebeitelde inscripties. Dit betonblok maakt deel uit van de Rijksdriehoeksmeting, welke tussen 1885 en 1905 werd aangelegd om zo de omvang van Nederland te meten.
De berg aflopen gaat zeer aangenaam, echter de roodwitte markeringen zijn soms zo slecht zichtbaar dat ik heel wat keren heen en weer slinger. Dit geklungel gaat zo door tot aan de Lemelerberg, welke op ca. 1 km van de Archemerberg is gelegen.
Een reden van mijn klungelige speurtocht was dat ik graag een monument wilde bekijken, welke in 1813 was opgericht om Nederlands onafhankelijkheid na Napoleon te vieren.
Gezien de vormgeving van het monument lijkt het mij dat deze rond 1913 is opgericht.
In het dorpje Lemele moet ik alweer direct afslaan om langs het vlakke over het Overijssels Kanaal mijn weg te vervolgen. Diverse campings, zonder gasten, passeer ik onderweg.
Uiteindelijk zal het laatste stuk van de tocht mij door het bosgebied van de Hellendoornse berg voeren.
Er wordt heel wat afgekronkeld en de beroerde beschrijving van het Pieterpadboekje zorgt er uiteindelijk voor dat ik op een bepaald moment kan zeggen: “verdwaald”. Ik zie geen mens, het is stil, maar ik sta op een brede weg, welke ik linksaf of rechtsaf gaand in de verte niet zie eindigen. Ik loop links, loop weer terug, ga rechts, loop weer terug, loop de laatste gelopen route nog weer terug. Dan bedenk ik me dat de enige manier om hier uit te komen is: de verkeerde richting te nemen. Waarom de verkeerde richting? Heel eenvoudig, omdat ik de goede richting niet weet. De verkeerde richting helpt mij inderdaad, want in de verte midden in het bos staat iemand illegaal afval te dumpen: een berg bladeren. Hij weet mij te melden dat ik in een grote boog om het pretpark Hellendoorn ben gelopen, en inderdaad na een paar smalle bochtjes stuit ik op het parkeerterrein van het Avonturenpark. Bijzonderheid van dit park is wel dat de ingang met enige grote zwerfkeien wordt gemarkeerd.
Vanuit het Avonturenpark loop ik het centrum van Hellendoorn binnen om daar bij het plaatselijk restaurant mijn fiets terug te vinden en een broodje te eten.
Per fiets terug valt door de tegenliggende wind niet mee, maar daar het vrijwel één lange rechte weg is verdwaal ik onderweg niet.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-10-ommen-hellendoorn.kml

Datum 14 april 2006
Gelopen tijd 3 u  5 min
Snelheid 7,8  km/u
Afstand 23 km

Route 9 Hardenberg Ommen

9 april 2006

Het is soms erg lastig om een goede planning ook goed uit te voeren, vooral als de absolute chaos al dan niet spontaan ontstaat. De route van Hardenberg naar Ommen zou er een van chaos en orde worden. De chaos bij het vertrek, de ordelijkheid tijdens de loop.
Op deze 9e april werd de grootste marathon van Nederland gelopen. Uiteraard wilden we daar op tv naar kijken, als er om 11.00 uur wordt gestart dan zou de finish om ongeveer 13.06 uur plaatsvinden. De trein van Ommen naar Hardenberg vertrekt echter om 14.20 en verder ieder uur, dus haast was geboden.
De finish van deze marathon was om 13.06.38, de Keniaan Sammi Korir won, en nadat hij binnen kwam spoedden wij ons naar het zuiden.
De rit verliep heel voorspoedig zodat we ruim vijf minuten voor vertrek van de trein aankwamen.
Aad zou de fiets uit de auto halen en Tineke kaartjes kopen. Haastig racete Aad naar het perron waar Tineke nog bezig was. Prutsend en frummelend kreeg hij de fiets in de trein en wachtte op Tineke. Die zat echter te klooien met onwillige girobetaalpasjes. Het fluitsignaal klonk en wie stond er toen op het perron toen de trein vetrok? Tineke met de kaartjes. Aad zonder kaartjes en geld in de trein. Aad was ervan overtuigd dat hij bij het volgende station uit moest stappen, lette niet goed op want net toen zijn trein weer vertrok stond hij in het gehucht Mariënberg. Heel knap dat we zo snel allebei op de verkeerde plek stonden. Aad begon zijn 9 km lange tocht richting Hardenberg en daar wachtte hij bij de oude brug over de Vecht op Tineke, die inderdaad met een trein van een uur later aan kwam gereden.
Vanuit Hardenberg loop je een lang stuk door de bebouwde kom. Niet echt een mooi stukje Twente, het had ook net zo goed een saaie buitenwijk van Groningen kunnen wezen. Na ca. 3 km wordt de weg vervolgd langs natuurreservaten en aan de westkant van de Vecht.
Opvallend element onderweg was daar een soort oerkoe, de Schotse Hooglander, die m.i. helemaal niet thuishoort in dit gebied.
Na 6 km komt men het buurtschapje Rheeze binnen, een schitterende brink en prachtige boerderijen met merkwaardig vlechtwerk aan de zijkanten gaven dit dorp het beeld alsof de tijd hier had stilgestaan.
Toch klopte er iets niet. Ik miste strontlucht, loslopende kippen, koeien en kwaadaardige honden. In Salland leven geen boeren meer. Ieder Sallands pandje is door een kapitaalkrachtige grootstedeling in beslag genomen en gecultiveerd alsof het als decor moet dienen voor een reclamefilmpje. Is het vreemd dat je deze nieuwe mooiigheid na een tijdje helemaal niet mooi gaat vinden?
Door de boswachterijen van Hardenberg en Ommen gelopen realiseer je je nauwelijks dat dit vroegere hoogveen met veel pijn en moeite tot bos werd omgetoverd. In de jaren 30 van de vorige eeuw heeft Staatsbosbeheer bij wijze van werkverschaffing deze bomen laten planten.
In de omgeving zijn de eerste flauwe verschijnselen van het Salien herkenbaar. Deze voorlaatste ijstijd reikte tot aan Nijmegen, en heeft in het landschap enige glooiing achtergelaten. Met Tineke op de fiets en een zandig bergpaadje in het vooruitzicht kan dat nog wel even een tegenvaller zijn. Niet voor niets moesten we dan ook in het Heetdellebos nabij Junne een korte pauze inlassen. Waarschijnlijk duurde deze pauze voor mij net iets te lang, want mijn kuiten werden stijf. Gelukkig liepen we in de buurt van de Junnerweg alwaar Tineke tenminste weer asfalt onder de wielen had. Zelf rende ik nog door het bos om de stuifzanden de “Sahara”te bekijken. Deze zgn. Sahara leek meer op een binnenstrandje dan een woestijngebied.
Het was zeer zeker de moeite van het kijken waard.
Deze stuifzanden vond je vroeger overal op de hei, alwaar de schapen soms ietwat te actief de vegetatie wegvraten. Ook in Drenthe ben ik dit soort stuifzandgebieden tegengekomen.
Het laatste stuk viel fysiek niet in goede aarde dus besloten we ipv kronkelend door een paar buurtschappen te gaan zoveel mogelijk langs de spoorbaan lopend onze auto weer op te zoeken. Na drie uur Pieterpadden kwamen we weer bij onze auto aan.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-09-hardenberg-ommen.kml

Datum 9 april 2006
Gelopen tijd 3 u
Snelheid 7,5  km/u
Afstand 22 km

Route 8 Coevorden Hardenberg

4 april 2006

Tijdens het lopen bedacht ik het me al, direct opschrijven als ik thuiskom. De herinneringen aan deze tocht maken dat ook de moeite waard. ’s Avonds laat vertrok ik uit Coevorden. Het is dan al ruim 6 uur als ik in een prachtig lentezonnetje het stadje achter mij laat liggen. Van Coevorden had ik heel andere ideeën, iets romantisch met mooie stadswallen zoals je dat in België nogal eens tegenkomt. Niets van dat alles echter in dit grensplaatsje met een behoorlijke historische betekenis.
Al direct over het spoor cirkel ik over een opengebroken weg. En hoewel het wat kronkelende vertrek tot onduidelijkheid zou kunnen leiden, bleef de wegmarkering helder en begrijpelijk. Overal zag ik de witrode plakkertjes. De auto bleef staan in Coevorden zodat ik in een prettig zonnetje aan de 20 km lange tocht kon beginnen die in elk geval voor het donder moet worden beëindigd daar ik geen lichtgevend hesje mee had.
Nadat ik het provincieborg Overijssel passeerde was het opeens een stuk lastiger de roodwitte stickers te vinden. Het verloop van de tocht volgde derhalve dan ook niet altijd precies de gebaande wegen. In Overijssel aangekomen rook ik onmiddellijk een aan mijn jeugd gelieerde lucht (een beetje rotte paddestoel-achtig) en zag ik onmiddellijk schitterende boerderijen. Ook ontwaarde ik onderweg de hutjesbouwcultuur, waaraan ik in Almelo volop meedeed. Her en der trof je door kinderen achtergelaten halfvergane boomhutten aan. Na een ietwat saaie weg vol Overijsselse indrukken kwam ik op een gegeven moment bij stuw- en schutsluis de Haanrik, het punt waar het Overijsselse kanaal (komende uit Almelo) in de Vecht stroomt.
Door wat onduidelijkheden in de route miste ik het dorpje Holthem en de daarbij behorende route over de Hooge Esch. In plaats daarvan liep ik langs het Overijssels Kanaal alwaar ik onderweg een roodzwarte Lelijke Eend trof. In Gramsbergen bij café Jan en Gees stond een aardig bordje met een licht ontmoedigende tekst: Nog ruim 350 km alvorens ik op de Pieterberg aankom.
Na een paar foto’s te hebben gemaakt en van mij heb laten maken, rende ik verder om in het prachtige dorpje Gramsbergen nog een paar extra plaatjes te schieten. Gramsbergen uitgelopen miste ik weer een afslag. Dankzij een VVV-plattegrond ontwaarde ik echter het gehuchtje Oldenhof (6 huizen op een mooie plek). Hier doorheen lopende kwam ik uiteindelijk bij de Vechtbrug aan.
Ane is een dorpje, alwaar in 1227 een veldslag plaatsvond tussen de Drenten en de bisschop van Utrecht. Een stel Drentse boeren wist daar ter plaatse de ridders het moeras in te lokken en hen daar in de pan te hakken.
Het mooiste stukje van de route kon ik nu bij het vallen van de avond gaan lopen. Dwars over de weilanden van de Anevelder Esch door het Engelandse Bos in de nabijheid van de Vecht gaf een perfect beeld van Nederland op zijn mooist.
Het bos werd mij echter bijna fataal.
Aan het gepiep van mijn mobieltje wist ik dat de batterij nagenoeg leeg was en juist op dat moment verstapte ik mij en deed mij behoorlijk zeer aan mijn enkel. Neerstorten op dat moment leek mij een zeer onplezierig vooruitzicht. Gelukkig herstelde ik mij snel. De laatste km’s van deze Drents-Overijsselse tocht waren echter het zwaarst. Met pijn in de kuiten, koud en in het donker liep ik in Hardenberg nog een stukje langs de Vecht.
De route eindigde bij de Vechtbrug.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-08-coevorden-hardenberg.kml

Datum 4 april 2006
Gelopen tijd 2 u 25 min
Snelheid 8,5  km/u
Afstand 20 km

Route 7 Sleen Coevorden

19 maart 2006

Het afmaken van het Pieterpad-project leek er door mijn beenblessure niet meer in te zitten. De laatste keer dat ik had gelopen was precies twee jaar geleden.
Shintsplint verhinderde dat ik in 2005 weer kon gaan lopen. Echter nagenoeg precies twee jaar na dato op de vroege zondagochtend stond ik weer in het Drentse Sleen.
Sleen, ooit de hoofdplaats van een machtig Dingspel, bezit een enorme kerk, welke je telkens achterom kijkend nog lange tijd kun zien staan.
Opvallend was de hoge Pieterpadlopers-dichtheid, Pieterpadders zijn eenvoudig herkenbaar aan het groene boekje en meestal oerdegelijke wandelschoenen. Ze zijn ook erg handig om te vragen een foto van je te nemen.
Na Sleen zou ik nog een aantal typisch Drentse dorpjes met brink, café en kerk tegenkomen.
Dit gedeelte van Nederland is mij geheel onbekend. In Coevorden ben ik nog nooit geweest en gezien de historische betekenis van het stadje zat er ook een magische ondertoon in deze naam. Dus liep ik opgetogen langs het asfalt naar het zuiden. Hollend door het gehucht Den Hol ontmoette ik een aantal Hollers, mensen die net als ik de zondagochtend hadden uitverkoren om te gaan lopen. Den Hol is een beschermd buurtschap. Prachtig gelegen boerderijen met rieten daken, staan met hun achterkant in de richting van de brink. Wat zuidelijker van Den Hol, vlak voorbij Dalerveen, buigt de weeg links af De Drift op. Al slingerend kom ik over en langs diverse maten. Een mate is een nat hooiland en daar ziet het hier ook wel naar uit.
In de omgeving van Recreatiecentrum Huttenheugte loop ik langs een Joods kerkhof en leg daar enige steentjes op een van de weinige graven. Buiten Coevorden word ik langs de snelweg geleid en via een nieuwbouwwijk kom ik het stadje binnen. Daar moet ik iets gemist hebben want ik vervolg mijn route direct richting station. Heel Coevorden, zoals ik dat zie, lijkt meer op een middelmatige nieuwbouwwijk dan op het mystieke stadje waarop ik zo gehoopt had.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2006-07-sleen-coevorden.kml

Datum 19 maart 2006
Gelopen tijd 2 uur 5 minuten
Snelheid 9 km/u
Afstand 19 km

Route 5 Rolde Schoonloo

http://vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/05-rolde-schoonloo.kml

Bepakt en bezakt vertrok ik om 8 uur richting Gasselte waar Ton mij verwachtte. Helaas had ik thuis een paar kleinigheden over het hoofd gezien, zoals de routebeschrijving, wat kabels en computerspullen voor Ton en mijn fotocamera. Dat laatste werd opgelost doordat Ton mij zijn camera leende en wat betreft de routeplanning was ik overgeleverd aan de rood/witte streepjes op de weg. In een dorp of stad zijn de schaarse streepjes nauwelijks te vinden, dus volgde ik het bord Schoonloo. Na ruim 4,5 km lopen stond ik verscholen achter een container Tineke uit haar bed te bellen. Er was even iets mis gegaan. Ik was niet verdwaald, maar het Pieterpad kwijtgeraakt. De route is volgens het groene boekje 19 km lang. Ik liep de hele route langs de N857 rechttoe- rechtaan van Nooitgedacht door Grolloo naar Schoonloo. Onderweg passeerde ik het plaatsje Grolloo waar op 12 juli de 10 km uit het Meeus-circuit wordt gelopen. Diverse borden verscholen langs de weg maakten mij hierop attent. Uit de beschrijving die ik van Tineke ontving begreep ik dat het niet meer mogelijk was om het Pieterpad terug te vinden. Doorlopen naar café Hegeman in Schoonloo was de enige oplossing. Veel meer dan een lange snelweg heb ik dan ook niet gezien. Deze route zal ik t.z.t. nog eens proberen over te doen, het zijn maar 19 km. Het kaartje is van 2006, dan heb ik de 19 km gelopen.

Route 5
[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626293277001″]

Route 5, 2 jaar later
[flickr-gallery mode=”photoset” photoset=”72157626417969578″]

22 mei 2004
Vertrek centrum Rolde Rolde
langs station Anderen Langeveen
lange paden Meindersveen
voor Schoonloo Warmenbossenweg
Schoonloo café Hegeman

Route 4 Zuidlaren Rolde

15 mei 2004

De route begint vlak voor de Prins Bernhardhoeve in Zuidlaren. Een lelijk gebouw op een mooie Brink. Al wandelend kan het best leuk wezen, maar rennend raak je in Zuidlaren verward. Het kostte me dan ook enige tijd. Wanhopig vroeg ik een voorbij fietsende dame de weg. Bleek het Mirjam Bijlsma te zijn, een goede hardloopster eerste prijswinnares in het Meeùs-loopcircuit.

De route had m.i. iets eenvoudiger gekund maar uiteindelijk begreep ik hoe je in Dennenoord terecht kon komen. Ik rende over het terrein van deze psychiatrische inrichting en kwam daar bij de eendenvijver iemand tegen die niet helemaal begreep dat het warm weer was, gezien zijn dikke kleding en muts. Nu wreekte zich het feit dat ik onderweg geen leesbril bij me had. Ik liep volkomen verkeerd toen ik het terrein van de inrichting afkwam. Na enig geslinger kwam ik uiteindelijk onder het tunneltje bij Schipborg. Fantastisch mooie huizen en in een beboste omgeving passeerde ik. In een bomenlaan hingen meterslange spinnendraden met op ooghoogte een spin eraan, met als gevolg ik moest zigzaggen om ze niet in mijn haar te krijgen. Later bij het douchen bleek er een geweest te zijn die had meegelift. De route werd echt mooi toen ik voorbij Schipborg de Drentse Aa over moest steken. Dit kronkelende Drentse watertje heet hier de Schipborgse Aa.

De route werd vanaf dit punt duidelijk, gewoon rechtdoor richting Gasteren, waarbij ik op de kop van de Gasterse duinen een hunebed gepasseerde. In Gasteren was ik net op tijd om mee te doen aan de Gastloop, een 10 km lange wedstrijd die ik uiteraard aan mij heb voorbij liet gaan. Vlak buiten Gasteren snoof ik de geuren van friet op, de friettent markeert de afslag richting Balloërveld. Het Balloërveld is officieel nog steeds een militair oefenterrein, waarop een tankgracht nog steeds dit symboliseert. Ton Andringa had mij inmiddels gebeld, en stond te wachten in Rolde. Op het Balloërveld kwam ik nog een grafheuvels tegen en waren de karrensporen uit vervlogen tijden herkenbaar. Na het verlaten van dit stuk natuurterrein zie je in de verte de kerktoren van Rolde. Daar dronk ik uitgedroogd een flesje cola en toog ik voldaan richting Ton.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2004-04-zuidlaren-rolde.kml

Datum 15 mei 2004
Gelopen tijd 2 u 09 min
Snelheid 8,7  km/u
Afstand 19 km

Route 3 Groningen Zuidlaren

6 en 15 mei 2004

De route Groningen – Zuidlaren is mij deels bekend. Ik loop tot Haren zodat ik mijn marathon- trainingsafstand heb afgelegd. Niet meer neem ik mij voor. Daar Tineke mij gaat halen is dat wel redelijk te regelen.

Op het Emmaviaduct, bij het station druk ik de Forerunner in en begin te lopen. Rustig het viaduct af, over de brug bij de Parkweg en dan langs het kanaal richting zuiden. ter hoogte van de roeivereniging krijg ik een boot met roeiers in het vizier die ik eenvoudig kan bijblijven. Het Noord-Willemskanaal zal me de komende kilometers bijblijven.

Onderweg fotografeer ik een bordje Pieterpad, zie wat mensen kanoballen….?! en loop tot aan de rotonde in Haren door. Over laag gelegen natte gronden langs de snelweg loop ik naar de Rijksstraatweg.

Ik ben precies na 9,5 km gestopt in Haren, bij het bordje Haren als je het dorp uitgaat. Tineke stond daar op mij te wachten en bracht me weer terug naar Winsum.
De volgende dag loop ik van Haren naar Zuidlaren. Een schitterende tocht. Vooral omdat de beleving van de omgeving zo intens is. Het vroege voorjaar levert schilderachtige plaatjes op.
De weg Noordlaren-Midlaren Zuidlaren is schitterend, maar door een totaal ander karakter niet te vergelijken met Groningen. Je zit hier immers in een andere provincie. De weidse blikken veranderen en het bos is alom aanwezig. Deze route van het Groningse naar Zuidlaren is een van de mooiste routes. De provincie grens markeert ook een landschapsgrens, van klei komen we nu in het zand. De ondergrond is dan ook zachter.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2004-03-groningen-zuidlaren.kml

Datum 6 mei en 15 mei 2004
Gelopen tijd 1 u 03 min en
1 u 13 minuten
Snelheid 9 km/u
Afstand 20,5 km

Route 2 Winsum Groningen

6 mei 2004

Trainen voor een marathon doe je op allerlei manieren, zo had Olaf Damstra voor mij een schema samengesteld, opdat ik op 4 juni 2004 een mooie tijd bij de Guldensporenmarathon in Brugge kan lopen. Ik wil graag onder de 4 uur komen, maar vooralsnog lijkt dat een hele toer.
Ik vertrok na een mooie ochtend in een licht bewolkt zonnetje. Na enige twijfels en een onheilspellende weersverwachting besloot ik maar laat in de middag te gaan. Route twee is volgens de gegevens 18 km lang en gaat van centrum Winsum naar het hoofdstation in Groningen. Deze afstand loop ik regelmatig dus leek me dat een makkie. Ik wil wel de route uit het boekje aanhouden dus besloot ik ook de griebusweggetjes te nemen. Deze zijn naar mijn mening echter wel de leukste route dus van harte aanbevolen
Direct buiten het dorp vlak voor de boerderij van Drewes is het eerste afwijkende pad reeds aanwezig. Je mag daar over een hek de weilanden in, op weg naar de kronkelige weg naar Garnwerd. Het was echter niet eenvoudig om deze te lopen, ongelijke kluiten en in totaal drie hoge hekken moesten worden genomen. Dit stukje van de route is sowieso niet zo prettig want de weg naar Garnwerd is door het autoverkeer, laat op de middag, druk.
In Garnwerd werd ik op een alternatief gewezen dat ik nog niet kende. Langs en over de camping naar een nieuwbouwwijkje. Schandalig lelijk gelegen in het open veld aan een prachtig dorp worden daar aan de rand enige huizen gebouwd. (lelijke bouw ook nog)
De parel’ aan het Reitdiep wordt het wierdedorp Garnwerd genoemd is ronduit aan bederf onderhevig. . Het silhouet van Garnwerd wordt bepaald door een kerk en de molen.
Een oud verhaal luidt dat het schip, waarmee het orgel werd vervoerd, in de winter van 1808 op 1809 bij Garnwerd vast in het ijs bleef zitten. Het orgel was door de Heer van Aduard besteld, maar niet voor de kerk van Garnwerd bestemd. Omdat de Heer van Aduard toen in geldnood zat, zouden de Garnwerders de mogelijkheden hebben benut het orgel voor hun kerk te verwerven. Op 2 augustus 1809 is het orgel in gebruik genomen.
Daarna kwam op de weg naar Oostum. Na het plaatjes Krassum, eigenlijk is dat “Noorden loonwerkers bedrijf”, kwam tussen het vele fluitenkruid ineens Oostum te voorschijn. Oostum is erg mooi maar ook bizar. Een kerk en enige huizen op een hoge bult dat is Oostum.
Weinig kerken in de provincie Groningen trekken zo sterk de aandacht van fotografen, schilders en dichters als de kerk van Oostum en de kerk van Fransum. De aandacht komt vooral door de ligging van Oostum op een hoge wierde, die tussen 1905 en 1913 voor een groot deel is afgegraven. De kerk en toren steken hoog boven het omringende land uit en zijn van alle kanten duidelijk te zien, omdat het ‘dorp zelf slechts bestaat uit twee huizen en enkele boerderijen in de omgeving.
Na Oostum het pad vervolgen naar Wierumerschouw, daar ben ik naar het kerkhofje gegaan waar Leo Cukier, een goede vriend, te vroeg overleden, begraven ligt. Vreemd dat je al rennend daar toch zo maar kan stoppen en een paar foto’s nemen. De echtgenote van Leo heeft op het graf een prachtig monument laten plaatsen. De lange Paddepoelsterweg over gaand kwamen de eerste druppels. Geen regen maar druppels. Al lopende viel op hoe mooi dit weggetje in feite is, vooral als je in de richting loopt die ik had, van noord naar zuid.
Na de Paddepoelsterbrug een aardig paadje langs hoewel ik de volgende keer langs het van Starckenborghkanaal wil lopen. Gek genoeg tref ik nergens een plaatsnaambord met Groningen aan. Eindelijk een plekje waar je stiekem de stad kunt binnekomen.
In de stad was niet echt lekker om hard te lopen. Het is donderdag dus koopavond. De mensen staan verbaasd naar een mafketel met oordoppen te kijken die al lopende door de stad gaat. In het stadspark kwam ik echter wel andere hardlopers tegen. Prettig maar die liepen een stuk sneller dan ik deed, logisch ik heb nog 11 km te gaan en loop in duurlooptempo.

Op het viaduct bij het station van Groningen klokte ik deze tweede en prachtige route af.

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2004-02-winsum-groningen.kml

Datum 6 mei 2004
Gelopen tijd 1 u 53 min
Snelheid 9,5 km/u
Afstand 13 km

Route 1 Pieterburen Winsum

4 mei 2004

Deze eerste route vertrok ik vroeg. Broer Felix kwam al om 8.30 met Anja en Maartje en hun turbustijl hond Saluki aangehobbeld. Zij wandelen de route, ik wil hem rennend doen. In eerste instantie was ik van plan twee routes (tot Groningen) te lopen, maar heb dat gewijzigd in één. Mijn knieën hadden duidelijk andere plannen. Route 2 loop ik later deze week nog wel.
Ondanks de weersvoorspellingen was het toch zonnig en liep ik heerlijk van Pieterburen (voor de zeehondencrèche gestart) naar Eenrum.
Dit naar de kerkpatroon Sint Pieter oftewel de apostel Petrus dorp (het woord “bur” betekent buurt of nederzetting) geniet sinds de jaren 60 grote bekendheid vanwege de Zeehondencrèche van Lenie ’t Hart, als wadlopencentrum en als start van het Pieterpad.
Onderweg besloot ik onmiddellijk van ieder naamplaatbordje en molen een foto te maken. De stand is na deze rit één molen in Pieterburen, één molen in Eenrum, één in Mensingeweer en twee in Winsum, kortom 5 molens voor vier dorpjes, lang niet gek. Het stukje van Pieterburen naar Eenrum herkende ik duidelijk van enige andere loopjes, waaronder de lus van Eenrum die in november wordt gelopen. De boeren waren vandaag druk op het land doende de aardappels en wat dies meer zij te poten. De droge dagen hebben de landbouwgronden daarvoor geschikt gemaakt. Onderweg stond lniks en rechts van mij het fluitekruid reeds hoog langs de weg.
In Eenrum ben bewust wat van de route afgeweken, ik had geen behoefte om door het dorp te lopen, maar nam de weg buitenom.In Mensingeweer dook ik het dorp in en ben ik langs het water over het brugje gegaan. De “weer” (wierde) van boer Menze wordt lelijk doorsneden door de weg van Winsum naar Ulrum. Het laatste stuk is mij heel erg bekend. Je komt dan langs deze drukke provincieweg en een al oude Mare, een watertje waar het ’s winters heerlijk schaatsen is.
Het Marengebied waar je hier bent is vernoemd naar de maren, het netwerk van waterloopjes, prielen en kreken van vroeger, toen de zee er nog heerste. Later, toen er dijken waren aangelegd, fungeerden de maren voor de afvoer van landbouwproducten.
Geen dorpje zo klein, of er ligt wel een maar in de nabijheid.
Na ruim een uur lopen arriveerde ik in Winsum, met nog 26 etappes te gaan schiet het lekker op..

http://pieterpad.vddrift.com/wp-content/uploads/googlemaps/2004-01-pieterburen-winsum.kml

Datum 4 mei 2004
Gelopen tijd 1 uur 13 min
Snelheid 8,9 km/u
Afstand

11 km

1 2